Ervaringsverhaal 11: Nanda van der Wiel – ‘Wat is er mooier dan om met je eigen partner te kunnen dansen?’

Deel dit bericht

Van jongs af aan leeft Nanda van der Wiel voor de sport. Sporten hielp haar haar astma te overwinnen maar ook zag ze wat sport voor een kind in een rolstoel kan betekenen. Haar droom om  het grootste Nederlandse sportevenement ooit te helpen organiseren lukte toen zij ging werken als assistent manager sport bij Gay Games Amsterdam 1998. 25 jaar later zocht Paul van Yperen zijn oud-collega op en vroeg naar haar ervaringen. ‘Dat verdriet over dat dat kunstrijden niet mocht blijf ik me herinneren. Dat ik ’s ochtends bij de ijsbaan aankwam en iedereen zo verslagen zag.’

Coverfoto: Portretfoto Nanda van der Wiel   
door MacSiers Imaging

Een dieptepunt kan veranderen in een hoogtepunt. Dat maakte ikzelf ook mee toen de internationale schaatsunie ISU, op het laatste moment haar leden verbood deel te nemen aan het figure skating toernooi tijdens Gay Games Amsterdam 1998. Als jonge persvoorlichter werd ik op de Jaap Eden IJsbaan geconfronteerd met een nachtmerrie. Schaatsers van over de hele  wereld in hun meest kleurrijke schaatsoutfits waren wanhopig van verdriet. De aanwezige cameraploegen van de NOS, RTL, Hart van Nederland en AT5 filmden de huilende sporters. We moesten wat doen en snel.

Gelukkig bleef Nanda van der Wiel, assistent van de directeur Sport, kalm en verzon samen met de coördinator van het kunstrijden, Daan Boer, een list. Op een snel geïmproviseerde persconferentie kondigden we aan dat we in plaats van het toernooi een demonstratiewedstrijd gingen organiseren. We riepen iedereen op om de schaatsers te komen steunen. En tijdens die demonstratie in een afgeladen Jaap Eden IJsbaan legde burgemeester Patijn vanaf het ijs aan de hele wereld uit dat dit soort discriminatie precies de reden was waarom de Gay Games zo broodnodig waren en dat Amsterdam dat niet accepteerde.

Tekst loopt door onder afbeelding

Foto: Marian Bakker

Waarom verbood de ISU het toernooi? 

Nanda van der Wiel: ‘Vanwege de deelname van paren van hetzelfde geslacht. Voor ons was daarbij cruciaal dat de ISU de officials verbood om te jureren tijdens het kunstrijdwedstrijd. Anders mochten die nooit meer als official aan officiële wedstrijden deelnemen. Dat was de belangrijkste reden waarom het niet door kon gaan, want ik denk dat de deelnemers het risico nog wel hadden durven nemen, om nooit meer aan een officieel toernooi deel te mogen nemen.

‘Er zat een aantal kunstrijders op topniveau bij, maar veel kunstrijders waren niet op dat niveau actief maar hadden wel jaar in, jaar uit voor de Gay Games getraind. Ze hadden heel veel geld gestopt in privélessen en in de huur van een ijsbaan. Mensen waren zo teleurgesteld dat de officiële wedstijd geen doorgang kon vinden! Als deelnemers dachten we allemaal tot het laatste moment dat het gewoon door kon gaan.

Waarom was de Gay Games zo belangrijk voor die schaatsers?  

‘Wat is er mooier om met je eigen partner te kunnen dansen? Dat gold voor het ballroom dansen, wat een van de mooiste evenementen van de Gay Games was, maar ook voor het kunstrijden. Dat verdriet over dat het evenement niet door kon gaan blijf ik me herinneren. Dat ik ’s ochtends bij de ijsbaan aankwam en iedereen zo verslagen en verdrietig zag. En gelijk al die filmploegen erbij. Dat is bij mij het meest binnengekomen. Uiteindelijk is de demonstratiewedstijd een waanzinnig mooie show geworden. Maar het was maar één dag waarop je als kunstrijder kon shinen, terwijl je normaal de hele week tijdens het toernooi hadden kunnen shinen.

‘Nu we het erover hebben, komt het weer boven. Heel veel is bij mij verdrongen. Het was een soort roes waarin ik het destijds meemaakte, misschien door de stress van de hele organisatie waardoor heel veel dingen niet binnenkwamen.’

Wat betekent sport voor jou? 

‘Alles. Ik leefde van kinds af aan al voor de sport. En ik was overal goed in. Ik was geen uitmuntende sporter, maar ik kon alles wel goed. En ik was een vrij zwaar astmapatiëntje. Je kunt als kind je astma door te sporten overwinnen door je longen voortdurend volop lucht te geven en dat is mij op mijn 12de gelukt. Dat heeft sport mij gebracht.

‘Daarnaast wilde ik altijd naar het CIOS. Op mijn 15de had ik een vriendin die een zusje had met spierdystrofie. Voor haar was rolstoelzaalhockey het belangrijkste waar ze voor leefde. Dat betekent sport voor mij en vanwege haar ben ik docent sport geworden voor mensen met een beperking. Zij is kort daarna overleden.’

Waarom wilde je graag aan Gay Games Amsterdam 1998 meewerken?

‘Ik wilde graag ooit het grootste sportevenement in Nederland organiseren. En dat heb ik gedaan! De Gay Games is voor mij een droom die waar geworden is. Ik had altijd bij reguliere clubs gesport totdat ik rond 1992 een keer meedeed aan een roze tennistoernooi en dacht: wat voelt dit bevrijdend! Toen heb ik besloten om in 1994 naar de Gay Games in New York te gaan. En toen drie jaar later een vacature vrijkwam als assistent sport bij Jip van Leeuwen, heb ik mijn baan opgezegd en ben voor een minimumloon bij de Gay Games gaan werken.’

Waarom was deelname aan een roze toernooi bevrijdend? 

‘Altijd was er angst. Ik tenniste bij een club in Heemstede en ik vond het beangstigend om te vertellen dat ik naar de Gay Games in New York ging. Dat vertelde ik alleen aan 1, 2 personen. Terwijl het natuurlijk geweldig was om als tennisser op Flushing Meadow te kunnen spelen en eigenlijk vonden mijn teamgenoten dat ook.

‘Maar ik voelde altijd die drempel, ik vond het altijd lastig. Ik vroeg ook nooit of mijn partner kwam kijken. Dat zat misschien vooral in mij en het was ook wel de tijd. In 1994 was het nog lang niet bespreekbaar in de sport.  Maar ook nu nog steeds is het belangrijk om je als rolmodel in de sport uit te spreken tegen homofobie! En toen kwam ik op dat toernooi en zag ik heel veel vrouwen en mannen die op een hoog niveau tennisten waarbij het gesprek niet altijd over de kinderen hoefde te gaan en waarbij ik in alle vrijheid kon vertellen wie mijn partner was.’

Wat heeft de Gay Games je geleerd?

‘Wat heeft het me niet geleerd, is misschien wel de vraag. Het heeft me groots leren denken, snel leren schakelen. Ik wist al wat hard werken was, maar hier kon ik echt met passie bezig zijn met wat ik graag wilde doen, sport. Dat heeft het mij gebracht. Daarnaast, met het organiseren van zo’n groot toernooi had in Nederland bijna niemand ervaring, maar Jip van Leeuwen nam wel heel veel ervaring mee. Hij gooide me direct in het diepe en ik leerde ongelooflijk veel van hem.’ (Lachend:) ”t Was de beste opleiding ever.’

Hoe was jullie rolverdeling?

‘Jip was degene die de grote lijnen uitzette en vertaalde waar het naartoe moest. Maar hij betrok me in heel veel zaken. Hij zei heel vaak: “Ik heb dadelijk overleg met die en die van de Federation of Gay Games of er is een managementteamoverleg en ik wil dat jij daarbij bent.” Jip viel wel eens vanwege zijn gezondheid uit en dan verving ik hem. In dat opzicht liep ik in alles met hem mee.

‘We hadden drie, vier stagiaires en die begeleidden we samen. Dat waren ongelooflijk leuke heterojongens van het CIOS Heerenveen en die vonden het fantastisch om aan zo’n groot sportevenement mee te werken, die moest je soms wel en soms niet aan de hand nemen. Dat deden we samen. Daarnaast zei Jip: “Dit moet gewoon nu gebeuren!” We hebben samen heel veel gelachen maar zijn soms ook heel boos op elkaar geweest. Daar is een ongelooflijk mooie vriendschap uit overgebleven.’

Wat waren de hobbels die jullie moesten overwinnen?

‘Er waren drie ingewikkelde punten. We wilden alle sporten op internationaal niveau gecertificeerd hebben, dat de nationale sportbonden meededen en ook zorgde voor de officials. Belangrijk daarbij was Jips ongelooflijke netwerk in Nederland. De stagiaires en ik hadden vooral met de meer dan 1000 sportvrijwilligers te maken. Die moesten we blijven enthousiasmeren en vooral faciliteren, vier jaar lang. Dat was punt 2. Nou waren ze ook enthousiast maar ook de vrijwilligers moesten hobbels overwinnen en dan moest je er als kantoor wel naast staan. Ook moesten we ervoor zorgen dat alles wat ze van ‘kantoor’ te horen kregen als positief werd ervaren en niet als iets dat ze opgelegd kregen. Dus het was faciliteren maar soms ook uitleggen waarom iets toch echt moest gebeuren.

‘Hobbel 3 zat binnen de organisatie zelf: welke rol neemt sport in? Hoe zorg je dat het om de sporter zelf draait en dat kunst en cultuur daar ook een mooie rol in heeft?’

Ook moesten we de Amerikanen overtuigen dat we hier in Nederland ‘hun’ Gay Games goed konden organiseren.

‘Ja, nu moesten die Amerikanen opeens naar zo’n klein stadje, Amsterdam. Alle hotels waren al vol. Bij wie kwam je dan terecht? Hoe doe je dat dan? Water was tot op het laatste moment een issue. We moesten zorgen dat we drinkwater hadden want de Amerikanen geloofden niet dat ons kraanwater schoon drinkwater was. Ik weet nog dat we overal watertaps hadden staan. Het werd ook ongelooflijk warm, die eerste week van augustus.’

Tekst loopt door onder afbeelding

Foto: MacSiers Imaging

De samenwerking met al die vrijwilligers was misschien wel het hoogtepunt van de Gay Games? 

‘Ja! Laatst kwam ik Tim Dekkers tegen. Die was medeorganisator van het volleybaltoernooi.  Het was altijd zo waardevol en leuk om bij de vergaderingen aan te schuiven. Die enorme passie van hun dreef mij, of ik nou bij het ijshockey was of bij het volleybal, wat met 1500 deelnemers het grootste toernooi was. En een van die vrijwilligers, José, is mijn vrouw geworden.’

Vertel, hoe is dat gegaan?

‘In januari 1998 haakte de coördinator basketbal af. José wilde aan het toernooi meedoen met haar damesteam, maar had een hernia en dacht dat ze het sporten niet zou redden en zij wilde wel helpen organiseren. Zo kwam ik aan haar bed overleggen omdat ze nog plat moest blijven liggen. Dat was meteen leuk. Maar ik moest bij de Gay Games 60 uur per week draaien en had het zo druk dat ik tegen mezelf had gezegd: ik laat niets toe. Toen de Gay Games afgelopen waren had ik voor alle vrijwilligers waarmee ik gewerkt had een roos gekocht om hen te bedanken. En op dat moment sloeg de vonk over.’

Heb je nog een andere mooie herinnering? 

‘De week zelf was helaas niet de mooiste week van mijn leven. Ik heb wel genoten van al dat prachtige geel in de stad en soms ook van de sporttoernooien, maar dat je twee dagen van tevoren niet alle faciliteiten aan de vrijwilligers kon leveren die ze nodig hadden was voor mij wel een nachtmerrie. Ze hadden vier jaar lang kneiterhard al hun energie erin gestopt en ik vond het vreselijk dat ze toen hun toernooi niet konden organiseren zoals ze hadden gewild.

‘Daarnaast hebben allerlei vrijwilligers er veel eigen geld in gestopt. Bij het basketbal bijvoorbeeld zeiden bondsofficials na een dag dat ze ook een tweede dag wilden komen en de heteromannen kwamen soms gewoon in een rokje fluiten. Die vonden het één groot feest. Als organisator wilde je dat die mensen wat te eten en drinken kregen, maar er was geen geld dus vrijwilligers schoten dat voor. Dat vond ik zwaar.

‘Maar wat vond ik het mooist? Alle voorbereidingen en het werken met de vrijwilligers. Ook op kantoor was een fantastisch team waar we veel lol mee hadden en ’s avonds regelmatig een borrel mee dronken. Dat was voor mij de mooiste tijd, de weg naar de Gay Games toe.’

Wat viel je op toen je vier jaar later de Gay Games in Sydney bezocht?

‘Het was in mijn beleving niet zo groots. Amsterdam is compact en alles zag geel. Overal zag je sporters en bij Sydney was het geconcentreerd op een paar plekken in het uitgaansleven. Het tennistoernooi lag wat afgelegen. De openings- en sluitingsceremonie vond ik ook minder.

‘De sluiting in het Yankee Stadium in 1994 was fantastisch geweest. In 1998 ben ik de Arena binnengelopen, hoewel dat als medewerker eigenlijk niet mocht. Dat was fantastisch met al die duizenden deelnemers. Maar dat gevoel had ik niet in Sydney. Ook de organisatie van de sporten tipte niet aan wat er in Nederland was gebeurd. Mensen zeiden achteraf over Amsterdam dat we hun de week van leven hadden bezorgd. Dat gevoel was er in Sydney niet.’

Wat neem je van je ervaringen van toen mee in je huidige werk?

‘De passie voor sport die ik altijd wel voelde is tijdens de Gay Games geboren. Niet zozeer topsport maar sport voor iedereen voor wie het nodig is. De maatschappelijke rol van sport en bewegen neem ik mee in mijn huidige functie. En het grootste denken en wat je allemaal neer kunt zetten als je met elkaar een team vormt.

‘Toevallig hebben we net een Netflixserie bekeken over het Amerikaanse olympische basketbalteam dat ondanks een aantal grote vedetten niet het Olympisch goud behaalde omdat ze geen teamgevoel hadden. Dat neem ik van de Gay Games mee in mijn huidige werk: zorg dat je altijd dat teamgevoel hebt als je iets neer wilt zetten.’


Reactie van Movisie-expert Simon Timmerman:

‘Heel veel mensen worden erg gelukkig van sporten. En jezelf kunnen zijn in je sport is ontzettend belangrijk. Dat blijkt ook uit dit verhaal. Wederom blijkt van hoeveel waarde dit was tijdens de Gay Games in 1998. Nog steeds zien we dat veel lhbti+-sporters soms worstelen om zichzelf te kunnen zijn binnen hun sport en hun vereniging.

‘In het verhaal van Nanda lezen we hoe de internationale schaatsunie optrad. Helaas zien we dat ook vandaag de dag nog. Binnen veel sporten is een traditionele kijk op seksualiteit en is gender vaak nog leidend. Dat zien we als het gaat om het accepteren van lhbti+-identiteiten binnen teams, maar ook binnen wedstrijdreglementen van diverse bonden. Zo is er binnen veel sporten nog maar zeer zelden ruimte voor paren van gelijk geslacht en ook de positie van transgender personen binnen competities en wedstrijden staan momenteel weer onder druk.

‘Het blijft ontzettend belangrijk dat lhbti+ veilig kunnen sporten. Gelukkig zijn er inmiddels tal van voorbeelden waar dat kan, maar bij internationale toernooien en bonden is zeker nog werk aan de winkel.’

Reactie van Movisie-expert Hanneke Felten:

‘Wat ik erg mooi vind aan het verhaal van Nanda is de leuke samenwerking met heteroseksuelen bij de Gay Games. Samenwerken aan een gemeenschappelijk doel kan vooroordelen verminderen. Doordat je gaat samenwerken, leer je elkaar namelijk pas echt goed kennen. De succesvolle GSA’s op scholen werken op eenzelfde manier: Gender & Sexuality Alliance (GSA) zijn groepen van lhbti+- en niet-lhbti+-leerlingen die samen seksuele en genderdiversiteit zichtbaar en bespreekbaar maken en acties uitvoeren om waar nodig het schoolklimaat voor lhbt-leerlingen te verbeteren. Zo leren ze elkaar kennen en worden vooroordelen maar ook stereotiepe beelden veel minder. Niet alleen van niet- lhbti+  naar lhbti+ maar ook bijvoorbeeld van homo naar bi of van pann naar trans.

‘Dat GSA’s zo succesvol zijn heeft ook nog een andere reden. Op deze manier geven niet-lhbti+-leerlingen het goede voorbeeld aan andere niet-lhbti+-leerlingen; ze laten zien dat als je hetero bent je prima kunt samenwerken met iemand die queer, pan, trans of homo is. En dat je je in kunt zetten voor het verbeteren van de situatie van een groep mensen waar je zelf niet onder valt. Zo stel je een nieuwe sociale norm. Verschillende effectonderzoeken bevestigen dat GSA’s succesvol sociale normen veranderen en voor een positiever klimaat voor lhbti+-leerlingen zorgen (zie bijvoorbeeld Marx & Kettrey, 2016)

‘Ik verwacht dat in de sportwereld in Nederland en in Amsterdam in het bijzonder de samenwerking tussen niet-lhbti+-personen en lhbti+-personen op eenzelfde manier heeft bijgedragen aan minder discriminatie en meer acceptatie. Dat laten de opgebouwde vriendschappen waarover Nanda over spreekt mooi zien. Laten we dus dit voorbeeld volgen en op allerlei plekken als lhbti+ en niet-lhbti+ samen met elkaar blijven werken aan een betere wereld.’

25 ervaringsverhalen over Gay Games Amsterdam 1998
Gay Games Amsterdam 1998 geldt wereldwijd nog steeds een van de grootste lhbti-evenementen ooit met ruim 3.000 vrijwilligers, ca. 15.000 deelnemers, en in totaal zo’n 250.000 bezoekers.

Paul van Yperen, destijds woordvoerder van Gay Games, zoekt zijn oud-collega’s, deelnemers en bezoekers op om hun verhalen over die mijlpaal vast te leggen en vraagt steeds aan twee jonge Movisie-experts, Hanneke Felten en Simon Timmerman, wat we nu van hun ervaringen kunnen leren. Bij elk verhaal vind je  foto’s van toen van Marian Bakker en van nu van MacSiers Imaging.

Het verhaal van Nanda verscheen eerder op 9 november 2022 op Movisie.nl

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *