In 2021 ging de Canal Parade in Amsterdam vanwege COVID-19 niet door. Het idee voor een botenparade ontstond al in 1993, toen nog als onderdeel van Gay Games Amsterdam 1998. Marjo Meijer was een van de initiatiefnemers en de eerste voorzitter van dit evenement waarmee de lhbt-gemeenschap na de aids-pandemie weer opklauterde en dat Amsterdam de ‘Gay Way To Europe’ maakte: ‘Ik dacht: wij kunnen dit. Er wonen geweldige mensen in de stad. Dus als het ergens kan, is het in Nederland, in Amsterdam.‘
Coverfoto: Marjo Meijer met partner Marion Verbruggen, gemaakt door MacSiers (2021)
In 1993 was Marjo Meijer een van de twaalf mensen die in Washington ervoor zorgden dat niet Sydney of Atlanta maar Amsterdam de Gay Games in 1998 mocht organiseren.
Zij leest voor uit een oude nieuwsbrief: ‘Marianne van Staa, (penningmeester) Joseph Los en Marjo Meijer hadden er al een dag vergaderen met de Federation of Gay Games opzitten toen de overige negen leden van het Amsterdamse presentatieteam op donderdagnacht 11 november in het hotel arriveerden. Tijdens een vroege werkbespreking, de volgende ochtend, wisselden we de indrukken van de eerste vergaderdag uit en namen we de komende dag met elkaar door.’
Marjo: ‘Wat staat er op het programma? Wie gaat wat doen? Wie zijn de belangrijke mensen in de Federation? Hoe herken je ze? Jij gaat met die praten, jij met die, en jij met die. Dat was zo nuttig, het werkte als een speer.’
Zij leest verder: ‘Sydney, al vele jaren lid van de Federation, was de onbetwiste kanshebber en Amsterdam de grote onbekende. De generale repetitie van de presentatie aan het eind van deze ochtend gaf een gevoel van opwinding en zette de leden van de Amsterdamse delegatie op scherp.’
One clear winner
Marjo: ‘Iedereen had een uur om te presenteren. Atlanta begon. Ze kwamen met een presentatie die zo langdradig was dat federatiemensen wegliepen om koffie te gaan drinken en mensen van ons gingen achter hen aan om alvast te babbelen. En toen kwamen wij.’
Marjo leest voor: ‘Veel lachers veroorzaakte een dia van de Burgerzaal op de Dam. Dat was in de Zeventiende Eeuw een drukke cruisingplaats voor queens, vertelde Marjo, en onze Queen schijnt zich er nu ook heel thuis te voelen. Daarna volgden onze video, het overzicht van de sportaccommodaties, Josephs financiële verhaal en met zijn twaalven sloten we af met de yell: “We’re committed, we’re organised, we’re ready!“‘
Marjo: ‘Dat was ook echt wat we voelden. We kregen een daverend applaus.’ Ze leest verder: ‘Exact om 11 uur werd schriftelijk gestemd en om 10 over 11 werd bekend dat er one clear winner was, meer niet. Eerder was besloten dat de uitslag precies om 3 uur ’s middags plaatselijke tijd bekend gemaakt zou worden. Na zeven zenuwslopende kwartieren brak het uur U aan. Als één blok bleef het Amsterdamse team bij elkaar, Atlanta: 2 votes. Sydney: 14 votes.
‘Wij stonden achter in die vergaderzaal met de leden van de Federatie met hun rug naar ons toe. Ik stond toevallig voor Jip en ik voelde dat ik de lucht in werd getild. Mijn bril viel af, was stuk. Het was zo waanzinnig. Een cameraploeg uit Washington had onze presentatie gefilmd en een half uur nadat we het Bid gewonnen hadden was het in Nederland op het journaal te zien. Tegelijkertijd zag je Marc van den Broek en een groep vrijwilligers die aan de telefoon in Amsterdam de uitslag volgden. Het was super.’
Eén groot feest
Marjo Meijer: ‘In de jaren tachtig tenniste ik. Ik was redelijk fanatiek en deed mee aan toernooien. Met mijn tennispartner sloeg ik heel hard de bal heen en weer over het net. In die tijd reisde ik veel door Amerika vanwege conferenties rond vrouwen en aids. Ik liep in San Francisco stage bij Project Aware, een community based researchproject over sekswerkers en aids, en ik reisde vaak met mijn partner Marion Verbruggen, die veel concerten gaf in Noord-Amerika. Waarschijnlijk heb ik toen over Gay Games gehoord.
‘Mijn tennispartner en ik besloten in 1990 naar Gay Games III in Vancouver te gaan. De informatie kregen we via een volleyballer, want een groot Amsterdams volleybalteam (van NetZo, red.) ging naar Canada. In Vancouver was ik ingedeeld tegen een vrij kleine Amerikaanse dame. Ik dacht: Dat lukt wel, ik kan tenslotte hard slaan.’
Lachend: ‘Maar zij bleek een Wimbledon veteraan, het werd 6-0, 6-0. Ik heb één keer 40-40 gelijk gestaan. Na die eerste dag zat het erop voor mij en toen ben ik in de stad gaan rondfietsen om te zien wat er allemaal te doen was. Er was een piepklein cultureel festivalletje waar lesbische schrijfsters spraken. Dat was bijzonder. Ze spraken zo openlijk over seks, seksualiteit en het leven van lesbo’s.’
‘Toen de week vorderde, dacht ik: Dit evenement past nog beter in Amsterdam met haar geweldige homo/lesbische gemeenschap. Bovendien is de stad is veel compacter en heeft veel een betere infrastructuur.’
Tekst loopt door onder afbeelding
Met dank aan Mama Cash
‘Terug in Amsterdam hoorde ik van de volleyballers dat John Avis hetzelfde idee had en dat hij in Vancouver al een persconferentie had gegeven: “Wij willen de Gay Games in Amsterdam.” Maar in het jaar daarna hoorde ik er niks meer over. Op een gegeven moment dacht ik: Als we de Gay Games in 1994 in Amsterdam willen organiseren moeten we nu haast gaan maken.’
Terzijde: ‘Ik wist toen nog van toeten noch blazen, ik had nog nooit van die Federation gehoord. Ik zocht voorjaar 1992 contact met John. We kwamen in ons huis bij elkaar met een groep mensen die naar Vancouver geweest waren, voornamelijk volleyballers en kozen een klein bestuur. We deden de eerste subsidieaanvragen bij stadsdelen en Mama Cash. Van Mama Cash kregen we binnen twee weken antwoord dat we de gevraagde 2000 gulden subsidie kregen. Van dat geld richtten we de Stichting Gay & Lesbian Games Amsterdam op en lieten briefpapier drukken.
‘Het begin was er, dankzij onze eigen Mama Cash! Mama Cash was van ons, feministische en lesbische vrouwen, en heeft heel veel initiatieven waar nog niemand in geloofde ondersteund en doet dat nog steeds. Daarna kwamen ook een aantal stadsdelen over de brug. Het begin was er.’
Niet alleen sport maar ook cultuur
‘We gingen uitzoeken hoe je zo’n Gay Games binnenhaalt en zo ontdekten we dat er een Federation of Gay Games bestond. We gingen schrijven, per post, dus het duurde enige tijd voor je een reactie kreeg maar dat bracht ook een spanningsvolle verwachting mee. We kregen een stapel papier terug over waaraan een Bid allemaal moest voldoen. Daarmee gingen we aan de slag.
‘Vanaf het begin heb ik gezegd: “Gay Games is niet alleen sport maar ook cultuur.” Bij de begingroep was dat een beetje lastig, want dat waren allemaal sporters. Maar al snel kwamen er mensen bij zoals Ed van Betuw en Tom Bijlmer die daar wel voor voelden. Ed zei op een bepaald moment: “Je moet voor communicatie Kees Ruyter erbij vragen.” Ik belde Kees en we waren bij wijze van spreken meteen verliefd op elkaar: een gezamenlijke liefde voor zichtbaarheid.
Hij zei: “Communicatie is niet dat je ergens een afdeling communicatie hebt, communicatie hoort in het hart van je organisatie.” Dat begreep ik, we hebben zo fantastisch samengewerkt. Ik was goed in het ontwikkelen en veiligstellen van de visie, het organiseren, het overzien van wie waar goed in was, of ondersteuning nodig had. Ons huis stond altijd open voor vergaderingen en het verzorgen van mailings: kopietjes maken, in enveloppen stoppen, adresseren en frankeren.
‘Een enorm werk, dat steeds maar uitdijde naarmate onze supportersgroep groter werd. Mijn vriendin Marion heeft zich suf gezet aan koffie en thee. En koekjes, ladingen koekjes! Die jongens aten allemaal koekjes, in ons lesbisch huishouden hadden we nooit koekjes in huis.’
Slecht begin
‘We begonnen bij nul. Het was de tijd voor internet en niemand in Nederland kende Gay Games. Hoe breng je dan dat idee naar buiten? Op een gegeven moment hebben we in een zijstraatje van het Rembrandtplein een persconferentie gegeven. Daarop verscheen het eerste negatieve verhaal van John Jansen van Galen in Het Parool over het ‘separatisme’ en de ‘verzuiling’.
‘Ik heb ook op een podium met Pim Fortuyn gediscussieerd die de Gay Games en mij helemaal afzeek. Dat waren geen leuke dingen. Alle reacties waren vrij cynisch. Dat was een heel slecht begin, maar aan de andere kant kun je ook zeggen dat het een blessing in disguise was. Wij moesten heel duidelijk gaan maken waarom we de Gay Games wilden organiseren.’
Je wilde ook een 50/50-verdeling mannen en vrouwen
‘Bij de eerste keer in San Francisco was het misschien 15% vrouwen, 20% de tweede keer en 30% misschien in Vancouver. De uitstraling was sterk die van gay mannen dus ik ben er supertrots op dat in Amsterdam het percentage vrouwen bijna 50% was.
‘Dat idee is door de hele organisatie begrepen: “Dat aantal moeten we gewoon halen”. Daar zijn doelen op gezet en is extra outreach op gedaan. In het bedrijfsleven zie je dat nu ook. Zonder beleid op een gelijkwaardige vertegenwoordiging uit de hele samenleving kom je er als organisatie niet.’
Wat was jouw rol precies?
‘Ik was voorzitter van het bestuur van vijf mensen, de initiatiefgroep bestond uit 15 tot 20 vrijwilligers. We kwamen regelmatig bij ons thuis bij elkaar. We hadden een kopieermachine en die heeft overuren gemaakt. Ik werkte als huisarts maar ik had praktisch elke dag afspraken voor de Gay Games: tussen de middag, ‘s avonds, in het weekend. We spraken met mensen van de gemeente, we hadden een comité van aanbeveling nodig, fondsenwervers, de steun van homo/lesbische organisaties enzovoorts.
‘En we moesten een Bid gaan schrijven. Kees en ik begrepen samen goed waar het nou eigenlijk over ging – en hij communiceerde dat goed naar buiten. Het bestuur coördineerde het Bid, zo vroegen we Jip om het sportdeel voor te bereiden. Dan kwam hij terug met een voorstel, we bespraken het in de groep en dan ging hij weer verder aan het werk. Dat ging zo met alle onderdelen van het Bid.
‘Wie niet ongenoemd mag blijven is Jeroen Saris, toen ‘wethouder homo-emancipatie’, die het stadsbestuur heeft overtuigd. We hadden 100.000 gulden nodig om het Bid in elkaar te zetten. We hadden al meteen het housing project bedacht, waarbij Amsterdammers deelnemers in huis zouden nemen. We hadden ook een botenparade opgenomen waarop medaillewinnaars en muzikanten te zien zouden zijn voorafgaand aan de closing ceremony.
‘De Federation was erg onder de indruk van de sportaccommodaties. Dat culturele festival kon ze geen bal schelen, maar in het Bid stonden al wel het Vertelfestival, aandacht voor aids en spiritual ceremonies. We dachten toen dat we 900 vrijwilligers nodig hadden, maar,’ lachend: ‘dat werden er wat meer (3000, red.). We hadden een groot comité van aanbeveling en een internationaal netwerk die ons ondersteunden.
‘Wat mij het meest raakte waren de steunbetuigingen van homo-lesbische organisaties uit Oost-Europa, de muur was nog niet zo lang gevallen. Ook was er al de EGLSF, European Gay and Lesbian Sports Federation, met hen hebben we goed samengewerkt. De Federation was ook erg onder de indruk van hoe sterk ons Bid was geïntegreerd in de Amsterdamse samenleving. Dat wethouder Frank de Grave 250.000 gulden per jaar toezegde om het evenement van 1994 tot 1998 te organiseren. Daarover waren ze helemaal flabbergasted. Dat een stadsbestuur zo meewerkte!’
Cultuurclash
‘Toen we het Bid gewonnen hadden was onze volgende opdracht om zoveel mogelijk deelnemers te werven voor Gay Games IV 1994 in New York. Zij moesten de basis gaan vormen van de 900 vrijwilligers die wij dachten nodig te hebben in 1998. Op de foto uit 1993 van Marian Bakker zie je me met een billboard lopen in Zoetermeer tijdens de Roze Zaterdag, met de oproep mee te doen in New York. Daarop hebben we heel veel reacties gekregen, mensen begonnen het bid ook financieel te ondersteunen. Er werden sportclubs opgericht zoals tennisclub Smashing Pink en Gay Swim Amsterdam. Tijgertje was er natuurlijk al, die organiseerde allerlei sporten.
‘Inmiddels was Marc Janssens als secretaris bij het bestuur gekomen en moesten we een contract gaan afsluiten met de Federation of Gay Games. Dat is een gigantische klus geweest met veel gedoe en misverstanden. Het was een ware cultuurclash. De door Amerikanen gedomineerde Federation wilde elk detail geregeld hebben en alleen op hun manier. Jip wilde daarentegen, heel strategisch, dat de records van de deelnemers officieel erkend zouden worden door de sportbonden. We hebben die clash tot op de bodem uitgevochten en vrijwel nergens in toegegeven. Marc was daar fantastisch in. Hem kon het geen bal schelen dat er ruzie was.’
Tekst loopt door onder afbeelding
Opeens populair
‘Wat na het winnen van het Bid veranderde, was de sfeer ten aanzien van de Gay Games. Daarvóór was er veel argwaan en onbegrip, maar nu werden we overvallen door allerlei mensen die handel zagen en ons benaderden om contracten af te sluiten. Opeens waren we populair. Toen ze de beelden uit New York hadden gezien, drong het pas echt door wat een groots evenement Gay Games was.
‘We besloten om eerst een businessplan te schrijven als basis voor de daadwerkelijke organisatie met daarin onder andere welke partners we nodig hadden. Dat was een heel karwei, maar intussen bleven mensen met commerciële belangen aan ons trekken. Bovendien ging Kees weg om voor Benetton in Italië te werken en was ik opeens mijn maatje kwijt.
‘Na het binnenhalen van het bid moesten we onze organisatie ombouwen van een door enthousiaste groep vrijwilligers gedreven club in een organisatie waar het werk werd gedaan door een professioneel team. In 1995 namen we Marc Janssens aan als directeur en hij formeerde een team medewerkers om zich heen. Tot dan toe deden wij als vrijwilligers alles zelf, maar nu leidde de directeur de organisatie die rapporteerde aan het bestuur.’
Wat liep goed in die periode en wat waren obstakels?
‘Deze omschakeling was ingewikkeld maar ook heel boeiend. Wat we goed hebben gedaan is dat we delen van de organisatie hebben uitbesteed, bijvoorbeeld de opening en sluiting, en het onderbrengen van de mensen, de hotelorganisatie. Internet en mobiele telefoons kwamen toen net op. Sjoukje Postma heeft de ICT voor de inschrijving van de deelnemers fantastisch georganiseerd.
‘Het grootste obstakel was geld. We hadden het evenement begroot op 6,5 miljoen gulden, maar we zagen al snel dat het 10 miljoen zou gaan kosten. Sponsoren kwamen maar moeilijk over de brug. Dat was een vreemde wereld voor ons, sponsorgeld op een effectieve manier binnenhalen was een groot probleem. Ze willen wel met jou in het licht staan, maar ze sponsoren je zó dat het hen zo weinig mogelijk kost. Van KLM kregen we bijvoorbeeld sponsoring voor een bedrag waarvan wij wel 20 keer op en neer naar New York konden vliegen. Maar dat werkte in de praktijk niet zo. Als we wilden reizen werden we op een wachtlijst voor de businessclass gezet en als er plek over was, wat in die tijd altijd wel het geval was, dan mocht je mee. Het ticket kostte wel de volle mep en zo was je sponsorgeld snel op.’
Hoge bomen
‘Een ander probleem was om mensen uit netwerken hoger in de boom te betrekken bij ons bestuur. Die wilden dat niet, die durfden hun vingers niet aan ons te branden. Ook rezen er problemen in de werkorganisatie, zat iedereen in de werkorganisatie wel op de goede plek? Marc Janssens leidde de organisatie heel enthousiast, maar bij ons was in de tussentijd het vermoeden gerezen dat hij ons niet altijd volledig informeerde.
‘Op een gegeven moment hebben we de hele organisatie, inclusief het bestuur, laten doorlichten door een gerenommeerde consultancy organisatie. Ik moet zeggen, sindsdien heb ik niet meer zo’n achting voor consultancy clubs. In de werkorganisatie moesten mensen vervangen worden en alle mensen van het bestuur werden af geserveerd, behalve ikzelf. Men verweet ons dat we te weinig afstand hielden tot de werkorganisatie. Terwijl een deel van het bestuur best mee had kunnen groeien.
‘Uiteindelijk kwam er een bestuur van mensen uit hele hoge bomen, drie hetero’s werden voorzitter, secretaris en penningmeester! Ik mocht vicevoorzitter worden. Toen dacht ik: “Marjo, wees verstandig, doe dit niet.” Ik ben bedankt met een bos bloemen en een briefje dat ik tot erelid van het bestuur was benoemd, dat laatste was mijn voorwaarde voor mijn vertrek. De rest van het oude bestuur is zonder enig bedankje aan de kant gezet. We hebben daarna zelfs geen uitnodiging voor de opening van Gay Games gehad! Dat was zo ongevoelig en beledigend.’
Wat is er uiteindelijk terechtgekomen van jullie droom?
‘Het is een hele grote roze droom geworden. Ik had gedacht: Amsterdam kan dit. Nou, tienmaal dubbel en dwars en in het kwadraat! Ongelooflijk, wat een sfeer, wat een vriendschap, wat een liefde sprak eruit. De combinatie van sport en cultuur was perfect. Het was een feest voor de hele stad.
‘Daar waren overal de doventolken zoals we bedoeld hadden! Ik heb genoten van het ballroomdansen, danste voor het eerst van mijn leven met rolstoelers. Daar was die jongen uit Iran die in zijn eentje het stadion binnen kwam lopen met de vlag van zijn land, tranen. Na de Games hebben Marion en ik nog contact gehad met een deelneemster uit Zimbabwe die via het outreach programma had deel kunnen nemen. Ze werd door haar familie met de nek aangekeken. Dat was onthutsend. Gelukkig had ze een activistische, sterke groep vrouwen waarop zij terug kon vallen. Anders red je dat niet.
‘Veel mensen hebben kracht en inspiratie uit de Gay Games geput. Vrijwilligers zijn boven zichzelf uitgestegen. Judith van Cleeff, een vriendin van Marion organiseerde het squashtoernooi en was verantwoordelijk voor dat evenement. Zij was absoluut niet iemand die van tevoren had gedacht dat zij dat zou kunnen, maar ze deed het.’
Hoe heeft de Gay Games Nederland veranderd?
‘Ik vind dat het vooral Amsterdam heeft veranderd. Na die dip van aids heeft het mensen met elkaar in contact gebracht. Al die Amsterdammers die logees over de vloer hadden, vonden het zo geweldig. Homo’s en lesbo’s konden geen kwaad meer doen. Dat heeft de beweging heel veel kracht gegeven. Tijdens de Gay Games zijn een heleboel zaadjes geplant.
‘Een tijd geleden heb ik op een middelbarescholengemeenschap in de Bijlmer een les over homoseksualiteit gegeven. Ik dacht: dan ga je daar als lesbische vrouw in een kring over homoseksualiteit praten, maar wat zeg je dan? Ik besloot om helemaal niets te zeggen en de dvd van de Gay Games af te spelen. Alle thema’s zitten daarin. Dat bracht een ontwapenend groepsgesprek op gang rondom de vraag: Hoe zouden jullie ouders reageren als je zei “paps, mams, ik ben lesbo of homo”. Een flink deel dacht dat ze uit huis gestuurd zouden worden. Naar aanleiding van dat gesprek is later een meisje uit een Marokkaans gezin naar buiten gekomen als lesbisch. Zij is toen ontzettend goed ondersteund door haar leraar. Ze trekken nog steeds met elkaar op.’
Reactie van Movisie-expert Simon Timmerman:
‘Een deel van Marjo’s verhaal, over het opzetten van een bidbook en het binnen willen halen, is ontzettend herkenbaar voor me. Zelf heb ik zo’n traject doorlopen toen wij Roze Zaterdag in 2013 naar Utrecht wilde halen. En momenteel ben ik vanaf de andere kant betrokken als voorzitter van Stichting Roze Zaterdagen Nederland, in die rol beoordelen wij de kandidaten en bidbooks. Ook lees ik het belang van een evenement als Gay Games en het effect voor mensen individueel. Dat zien we vandaag de dag nog steeds, evenementen als Pride en Roze Zaterdagen waar bezoekers zich soms voor het eerst helemaal vrij voelen. Een belangrijk moment voor die mensen.
‘Het ‘echte’ beroep van Marjo krijgt niet enorm veel aandacht in dit artikel, maar vind ik toch belangrijk om even aan te stippen. Ik vind het mooi om te lezen dat zij met een aantal collega’s extra oog had voor aidspatiënten en extra sensitief was voor lhbti+-personen. Helaas ontbreekt de sensitiviteit voor seksuele- en genderdiversiteit nog regelmatig bij een bezoek aan de huisarts of andere zorg- en welzijn professionals. Er worden momenteel al wat stappen gezet ter verbetering, maar het is nog steeds niet voldoende. De campagne Komt een mens bij de dokter vraagt hier extra aandacht voor.’
Reactie van Movisie-expert Hanneke Felten:
‘Marjo Meijer legt ook de nadruk op de periode vóór Gay Games Amsterdam 1998, namelijk die van de aidsepidemie. Voor COVID-19 werd onmiddellijk overal ter wereld gezocht naar een vaccin, maar bij aids duurde het heel lang voordat de ernst van het virus überhaupt erkend werd. Pas na bijna 20.000 doden, sprak president Bush erover op televisie. Zelf ken ik ook gevallen van een homoman die stierf aan aids, maar in zijn familie kon het niet besproken worden. Homofobie zat een stevige aanpak van de aidsepidemie in de weg, met miljoenen doden tot gevolg.
‘Ik vermoed dat toen aids meer een gezicht kreeg, het taboe minder werd. Zelf herinner ik mij René Klein en zijn liedje Mr. Blue. In 1993 zongen we in groep 7 van de basisschool met de hele klas dit lied mee. Iedereen werd erdoor geraakt en homofobie was ver te zoeken. Uit wetenschappelijk onderzoek weten we dat inleving en empathie homofobie doen verminderen maar dat geldt ook voor andere vormen van stigmatisering zoals die rondom aids. Toen aids uit de anonimiteit werd gehaald, is er dus veel overwonnen.
‘Overigens had ik in groep 7 alleen geleerd dat er homomannen bestonden. Dat vrouwen op vrouwen kunnen vallen, en dat lesbische en biseksuele vrouwen bestaan, kwam helaas niet aan bod. Dat had ik graag als kleine-lesbo-in-de-dop wél geweten. Marjo zette zich al tijdens de Gay Games in voor lesbische zichtbaarheid. Ik hoop dat de huidige COC-voorlichters en anderen die gastlessen over homoseksualiteit op scholen geven uit haar verhaal meenemen dat het vergroten van die lesbische zichtbaarheid geen luxe is maar noodzaak.
‘Ik kan me helemaal voorstellen dat er behoefte was aan positieve en fijne ervaringen toen de aidsepidemie meer onder controle kwam. Nu bij corona is de behoefte aan feesten en positiviteit ook enorm groot. Gay Games Amsterdam 1998 was na zo’n zwarte periode het mooist denkbare voor de lhbt-gemeenschap.’
25 ervaringsverhalen over Gay Games Amsterdam 1998
Gay Games Amsterdam 1998 geldt wereldwijd nog steeds een van de grootste lhbti-evenementen ooit met ruim 3.000 vrijwilligers, ca. 15.000 deelnemers, en in totaal zo’n 250.000 bezoekers.
Paul van Yperen, destijds woordvoerder van Gay Games, zoekt zijn oud-collega’s, deelnemers en bezoekers op om hun verhalen over die mijlpaal vast te leggen en vraagt steeds aan twee jonge Movisie-experts, Hanneke Felten en Simon Timmerman, wat we nu van hun ervaringen kunnen leren. Bij elk verhaal vind je foto’s van toen van Marian Bakker en van nu van MacSiers Imaging.
Het verhaal van Marjo verscheen eerder op 19 juli 2021 op Movisie.nl