Ruud Oosterhof was als eventmanager verantwoordelijk voor onder meer de spectaculaire Openings- en Sluitingsceremonie van Gay Games Amsterdam 1998. Pascal van den Noort regelde de sponsoring en het outreachprogramma waardoor honderden mensen uit arme landen deel konden nemen. Paul van Yperen vroeg hen naar hun ervaringen. ‘We wilden met elkaar een programma neerzetten waar iedereen iets uit zou kunnen halen’
Coverfoto: Ruud Oosterhof en Pascal van den Noort door MacSiers Imaging (2022)
Ik zie jullie nog met die gele Gay Gamescolbertjes de Amsterdam ArenA binnenlopen tijdens de Openingsceremonie. Wat ging er door jullie heen?
Ruud Oosterhof: ‘Die ArenA is natuurlijk gigantisch groot als je naar binnenloopt en ik zag dat die maar voor een kwart gevuld was. Want iedereen was nog in de stad vanwege de Canal Parade. Bovendien begon het te regenen, dus veel mensen waren aan het schuilen. Daarna ging men in een keer naar de metro en dat werkte natuurlijk ook niet. De bedoeling was geweest dat de ArenA al voor driekwart vol zou zitten, maar die zat pas voor een kwart vol. Dat ging door me heen.’
Pascal van den Noort: ‘Dat kwam ook doordat de 15.000 deelnemers achter ons stonden te wachten.’
Stress dus.
Ruud: ‘Nou, ik had vier stressmomenten. Het tweede stressmoment was dat we begonnen met de tv-uitzending en er nog allerlei journalisten op het veld liepen die daar officieel niet mochten zijn. Daardoor had ik mijn eerste kort geding al per fax binnen. Het derde was dat ik bedreigd werd door een organisator van een van de feesten: “Als aan het eind van de avond niet gezegd wordt dat er bussen rijden voor die feesten, dan zal ik je vinden!”
‘Nummer vier was dat van de openingsact, de ABBA-imitators Bjorn Again, de blonde zangeres was niet gearriveerd. Ze begonnen hun optreden dus met zijn drieën. Haar vliegtuig was niet op tijd uit Londen vertrokken. Op Schiphol stond een politiebusje klaar, waarin ze zich heeft verkleed en van daaruit is ze meteen het podium opgerend. Dus bij het vierde nummer waren ze weer met zijn vieren. Zo begon voor mij de Openingsceremonie.’
Tekst loopt door onder afbeeldingen
‘Dat was op 1 augustus, maar in de week daarvoor moesten alle 15.000 deelnemers naar de Stopera om zich in te schrijven. Voor het Muziektheater werd het bezoekerscentrum, Friendship Village opgebouwd. Het was die week heel slecht weer. Ik hoor de banieren nog klapperen door de wind en de regen en dacht: gaat het de hele week zo worden? Maar op 1 augustus werd het mooi weer en die hele week is het prachtig gebleven. Vooraf was dat uitgezocht. In welke week in 1998 hebben we de meeste kans op mooi weer? En dat is uitgekomen.’
Pascal, hoe was jouw ervaring?
Pascal: ‘Totaal anders. Helemaal geen stress. Behalve dan dat onze directeur niet mee mocht lopen. Marc Janssens was op het laatste moment uitgevallen en er was geen scenario over hoe we dan de ArenA binnen zouden lopen. Toen heb ik gezegd: “Vooruit met de geit, we gaan!” Ruud en ik liepen voorop en voor mij was het daarna alleen maar feest. Ik heb lopen zwaaien en we kregen veel applaus.’
Tekst loopt door onder afbeeldingen
Ruud, je hebt nu je dieptepunten verteld. Wat was je hoogtepunt?
Ruud (lachend): ‘De openingsceremonie was gewoon het hoogtepunt. De stad Amsterdam had in de dagen daarvoor extra geld toegezegd als de Openingsceremonie voldoende buzz zou geven en anders zouden ze de stekker eruit trekken en was er geen Gay Games geweest. Maar de producer, IDTV, heeft het fantastisch gedaan. Het was gewoon een groot feest met een uitzinnig publiek. Dat zagen bovendien meer dan een miljoen mensen live op NOS 1. Het werd de start van een fantastische week.’
Pascal, wat vond jij het hoogtepunt?
Pascal: ‘Nou, ik zit al mijn hele leven lang in de homobeweging en denk altijd: hoe kan het buitenland iets met wat wij aan het doen zijn? Mijn hoogtepunt was wat burgemeester Patijn in zijn toespraak zei en hoe enthousiast al die buitenlandse bezoekers daarover waren: “Als onze burgemeester dat eens zou doen!” Dat vond ik fantastisch. Dat de Amsterdamse en landelijke autoriteiten zo lieten zien dat ze dit omhelsden. Verder heb ik min of meer zitten uitrusten. Ik was bekaf. We hadden echt veel gedaan in die weken en maanden daarvoor.’
Ruud (instemmend): ‘Zo! En weet je nog hoe Patijn opkwam in de ArenA? Met zijn dienstauto. Een wagen reed de lange catwalk op en stopte midden in het stadion. Niemand wist wie in die auto zat. De deur ging open en daar kwam de burgemeester uit.’
Pascal, wat was jouw rol?
Pascal: ‘Ik was vrijwilliger, maar dat heeft niemand geweten. Ik had een carrière van tien jaar in de aidsbestrijding achter de rug. Dat waren tropenjaren, hard en venijnig bij tijd en wijle. Maar na tien jaar waren er instituten, research, studies. Iedereen was professor of zo geworden. Toen dacht ik: ik moet nu stoppen want ik ben meer een bouwpastoor dan uitvoerder. Het was 1997 en ik dacht: wat zal ik eens gaan doen? Ik las over de Gay Games en toen kwam ik bij de tramhalte op het Koningsplein Marc Janssens tegen en ik zei: “Ik wil best helpen”. Dat was natuurlijk goed.
‘Ik ben twee dingen gaan doen. Het eerste was het Outreachprogramma. Ik heb veel in het buitenland gewerkt en kende overal mensen en wist hoe je dingen internationaal moest organiseren.
‘Het andere was de sponsorwerving. Wat ik fascinerend vond was dat al die sponsors naar ons toe kwamen met de vraag of ze mee mochten doen. In plaats van dat wij hen moesten smeken. Dat had ik daarvoor nog nooit meegemaakt. Samen met het sponsoringsbureau van Job van Doorn hebben we heel veel geld binnengehaald.
‘Dat was leuk, maar mijn meest emotionele moment heb ik beleefd met het Outreachproject. Ik wilde in de townships van Johannesburg een gay choir benaderen. Op het vliegveld stapte ik in een taxi en de chauffeur bracht me naar de meest gevaarlijke buurt van de stad. “Wilt u hier wel uitstappen?”, vroeg hij me. Ik herinner me dat ik even later door een verlaten winkelcentrum liep en in de verte opeens gezang hoorde. Ik heb dat koor uitgenodigd en iedereen was enthousiast. Vervolgens heb ik alle formaliteiten geregeld en de tickets en zo. Diezelfde dag ben ik weer teruggevlogen.
‘Maanden later toen we druk bezig waren in Friendship Village was ik dat helemaal vergeten. Er moest zoveel gebeuren. Ineens zie ik een wat mal aandoende club met een heleboel jassen en tassen… het koor! En die gingen daar in de deuropening staan zingen. Nou, dat werd tranen met tuiten. Zo mooi.’
Waarom was dat Outreachprogramma zo belangrijk voor Gay Games Amsterdam 1998?
Ruud: ‘We wilden met elkaar een programma neerzetten waar iedereen iets uit zou kunnen halen. Daarom was het culturele programma ook zo groot. Het ging niet alleen om sport. Als je alleen maar als bezoeker kwam, waren er rondleidingen, kon je gaan varen en werd je iets verteld over de geschiedenis van gay Amsterdam, waren er elke nacht feesten enzovoorts.
‘We wilden zoveel mogelijk vrouwen laten deelnemen en mensen uit zoveel mogelijk landen. Natuurlijk zijn er landen waar homoseksualiteit niet toegestaan is, waarvoor je er in de gevangenis komt of erger. We wilden die mensen hier uitnodigen en met anderen in contact laten komen. We hoopten te laten zien hoe fantastisch wij het in Amsterdam met elkaar hadden kunnen organiseren. Dat was natuurlijk niet alleen onze verdienste, maar de verdienste van heel Nederland. Van de gemeente, van al die sportorganisaties, al die culturele instellingen, die sponsors en al die vrijwilligers.’
Opvallend was hoe de Amsterdammers het evenement omarmden.
Pascal: ‘Vooraf had de politie alle verloven ingetrokken. Iedereen verwachtte ellende, maar toen er op woensdag nog helemaal niks vervelends gebeurd was zijn al die verloven weer vrijgegeven. Al die politie in de stad was helemaal niet nodig.’
Pascal: ‘De duizenden deelnemers liepen met hun accreditatiepas om hun nek rond. Dus in de tram zaten er niet een of twee, maar hele hordes. Dat maakte het ook heel veilig.’
Hoe zag jullie leven er voor de Gay Games uit?
Ruud: ‘Ik zat in het onderwijs als docent biologie en een deel van mijn tijd werkte ik voor de homogroep van de onderwijsvakbond van het CNV. Zo hoorde ik over de Gay Games in New York in 1994. De bedoeling was om een zo groot mogelijke groep sporters naar New York te sturen om te laten zien dat de Gay Games in Amsterdam al leefde. Dat ben ik gaan helpen organiseren.
‘Ik was vooral aan de sportkant bezig en deed zelf aan hardlopen. Op een gegeven was er een vacature voor het organiseren van de evenementen en raakte ik daarover in gesprek met Marc Janssens. Een half jaar heb ik lopen wikken en wegen, maar begin 1997 heb ik die baan gekregen. Eerst een of twee dagen per week en toen ik het schooljaar had afgemaakt ben ik volledig voor de organisatie gaan werken.’
Pascal: ‘Toen in de jaren tachtig aids in de wereld kwam, was ik actief bij het COC en hebben we al in 1984 de eerste Europese conferentie Hiv en homoseksualiteit in Europa georganiseerd. Toen was er nog geen internet en als je in Amsterdam meer over aids wilde weten kon je op dinsdagavond naar Radio Stad Amsterdam luisteren naar De Aids Factor. In dat programma kreeg je informatie over aids van mensen als Sven Danner, Jaap Goudsmit en Joep Lange. Die gaven fantastische informatie.
‘Toen dacht ik: dit is niet goed, want dit bereikt alleen die 1800 mensen die geluisterd hebben. Ik heb aan de GGD voorgesteld om er een brochure van te maken en dat is gebeurd. Kees Ruyter heeft het design gedaan. Erwin Olaf heeft de foto’s gemaakt. Dat blad heette ook De Aids Factor: ‘Het komt je niet aangewaaid, je moet er iets voor doen’. Daar hebben we 10.000 exemplaren van besteld en die verdwenen als in een spons. We hebben er meteen 100.000 bij laten drukken en ook die waren zo weg. Bij het Centraal Station hoorde ik een moeder met de brochure in de hand tegen een andere moeder zeggen: “Nou snap ik eindelijk waar het over gaat.” Dat wilde ik bereiken.’
Wat zag je in de lhbti+-gemeenschap gebeuren?
Pascal: ‘Het was meer dan heftig. Het waren tropenjaren. Een vriend nam afscheid door in gezelschap van zijn vrienden een vloeistof in te nemen. Dat was zo gruwelijk choquerend dat iemand zo een einde aan zijn leven ging maken omdat hij niet meer verder kon. Dat waren allemaal jonge mannen van mijn generatie, pakweg 35 jaar. We hebben toen leren omgaan met de dood; er zijn ook grote gevechten geweest, bijvoorbeeld over het wel of niet vrijgeven van medicijnen. Een heel bijzondere situatie.’
Aids was ook nog eens een ‘homoziekte’.
Pascal: ‘Ja, het werd de aanleiding om te consolideren wat we bereikt hadden en de emancipatie verder door te zetten. We hadden kunnen zeggen: We laten het over ons heenkomen, het zal wel, of we gaan het als argument gebruiken in de emancipatiestrijd. En dat laatste is gebeurd. Moeders, zussen, broers namen het op voor ‘hun’ homo en dat bracht zichtbaarheid en solidariteit. Eigenlijk is in de jaren tachtig de grootste emancipatiebeweging in Nederland tot dan toe ontstaan.’
Ruud: ‘In die tijd werkte ik voor een protestantse mavo en voor de meeste christelijke scholen was het not done om openlijk als homo voor de klas te staan. Op een gegeven moment mocht je het wel zijn maar niet als homo leven. Dus als je een relatie kreeg werd je er op heel veel christelijke scholen alsnog uit gemept. Stapje voor stapje ging dat beter. Begin jaren negentig kreeg je ook de beweging voor het homohuwelijk dat na heel veel stapjes pas in 2001 is gerealiseerd. Die beweging begon in de jaren tachtig.’
Pascal: ‘Als ouderwetse econoom ben ik midden jaren tachtig gaan bekijken hoe een Aidsfonds op te zetten. Mijn broer reageerde: “Als je later in je leven nog een carrière wilt hebben, zou ik dat nou niet gaan doen.” Zo keek men tegen aids aan.
‘Ik ben het wel gaan doen, samen met Walter Kamp. In zijn grote pand aan de Keizersgracht had ik een zolderkamertje. Van daaruit deed ik van alles om maar in de aandacht te komen. Op een gegeven moment kwam een man van een reclamebureau langs die vroeg: “Ben jij het Aidsfonds?” “Ja”, zei ik. “Nou, we hebben je ontzettend gezocht. We hebben van Reader’s Digest twee pagina in Het Beste gekregen en die moeten we aan een goed doel besteden en aids leek ons dat wel.” Zo hebben we onze eerste reclamecampagne gemaakt. Ron Meijer van GGK maakte deze tekst: “Accepteren we een wereld waarin we als de dood voor de liefde moeten zijn?”‘
Tekst loopt door onder afbeelding
Pascal: ‘Op een bepaald moment zei mijn voorzitter, de heer Toxopeus: “Meneer Van den Noort, alles loopt als clockwork, u gaat zich vast vervelen.” Ik vroeg: “Wilt u mij kwijt of zo?” “Nee, u gaat in Londen wonen en een mondiale aidspatiëntenvereniging oprichten en dat gaan wij ondersteunen.”
(Lachend) ‘Ik zei: “Nou, vooruit dan maar.” Maar dat opzetten van die patiëntenvereniging was echt vechten. Aids heerste niet alleen onder homo’s en hemofiliepatiënten maar ook onder heroïnegebruikers, die lastig en agressief konden zijn. Dat gaf veel stress en gedoe. Dus na tien jaar aidswerk vond ik het genoeg geweest en wilde ik even gewoon niks.’
Ruud, wat waren de AmsterDam Nights?
Ruud: ‘We wilden aan de Amsterdammers laten zien wat er allemaal gebeurde tijdens de Gay Games. Waar kon je dat mooier doen in het centrum van Amsterdam dan voor het Paleis op de Dam?
‘Het waren korte programma’s van drie kwartier maar gigantisch succesvol. Het moment dat ik die Nights als succes ervaarde was bij de optredens van The Weather Girls en van Willeke Alberti toen de mensen op en neer gingen stampen. Als 20 tot 25.000 mensen gaan stampen voel je dat. De mensen stonden tot aan Hotel Krasnapolsky en die hele Dam begon gewoon te golven. Toen ik dat de eerste keer voelde dacht ik: dit gaat niet goed. Maar toen het de tweede keer bij Willeke weer gebeurde, dacht ik: nou ja, de vorige keer ging het ook goed.’
Wat heeft de Gay Games jullie gebracht?
Pascal: ‘Een nieuwe carrière. In 2000 heb ik het tweede Wereldfietscongres georganiseerd, Velo Mondial 2000. Dat vonden de opdrachtgevers the best conference ever, dus ik stelde voor om samen een vervolg te doen. De reactie was: “Nee, laten we wachten op de volgende conferentie.” Toen realiseerde ik me dat het terrein vrij was. Ik heb twee principes geformuleerd. Precies het tegenovergestelde gaan doen van wat destijds gebeurde: “I’m going to make cycling glamorous, all over the world.” En de tweede was: “I know nothing about cycling and I’m gonna keep it this way.”
‘In 2001 ben ik naar de Europese Commissie gegaan en heb gezegd: “Fietsen, dat is wat Europa moet gaan doen.” Die ambtenaar reageerde: “Mwah. There is no body of work.” Ik had geen idee wat hij bedoelde. Hij zei: “Er staat geen een document op de planken van de Europese commissie over fietsen.” Dus ik reageerde: “Omdat jullie je werk niet hebben gedaan, ga je mij nu wegsturen?” “Nee, jij gaat de eerste studie doen naar fietsen in Europa.” En zo gezegd, zo gedaan en nu zijn we bijna 25 jaar verder.’
Kopenhagen is de grootste fietsstad, las ik in de krant.
Pascal: ‘Welnee, dat heb ik ook tegen de journalist van Het Parool gezegd: “Je moet dat niet nakakelen.” Dat is Amsterdam! Maar ook Groningen, Zwolle, en Utrecht met zijn grootste fietsparkeergarage ter wereld. Een heleboel Nederlandse steden doen het heel goed.’
Wat heeft Gay Games jou gebracht, Ruud?
Ruud (lachend): ‘Pascal en ook Lianne Postma als vrienden natuurlijk.’
Nu serieus: ‘Aan de ene kant was de Gay Games een heel groot feest en aan de kant was de financiële afwikkeling een domper. Het ging als een nachtkaars uit. We moesten het kantoor leegruimen en in opdracht van de gemeente werd onderzoek gedaan naar de oorzaken. Er waren te grote financiële risico’s genomen, maar uiteindelijk zei de gemeente: “Waar hebben we het over? Als je kijkt wat wij erin gestopt hebben, en hoe de naam van Amsterdam over de wereld is gepromoot, dan was dat geld eigenlijk peanuts.”‘
Pascal: ‘Ja, die omzet van alle hotels en restaurants.’
Ruud: ‘Er waren veel sponsors die mee wilden doen, maar de homohoreca en de organisaties daaromheen zagen ons meer als concurrent. Wat hebben we het daar moeilijk mee gehad!
‘Toen ben ik gaan nadenken over wat ik verder met mijn leven wilde, een beetje soul searching. Ik concludeerde dat ik geen evenementen wilde blijven organiseren, maar iets met de natuur, met educatie wilde doen. Toen ben ik in de natuur- en milieueducatie terecht gekomen en heb onder meer een landelijk netwerk opgezet.
‘Uiteindelijk kwam ik bij de gemeente Amstelveen en na een paar jaar werd ik daar voor een heel ander vakgebied gevraagd, de afvalinzameling. Toen dacht ik: als je het hebt over duurzaamheid en recycling, dan valt daar een wereld te winnen. Nu zijn we bezig met ontdieseling en met elektrische voertuigen. Dan stuur je meer op de lange termijn en dat is leuker dan voortdurend evenementen organiseren.
‘Hoewel, met de Gay Games ben ik in 1992 begonnen. We wilden zoveel mogelijk mensen naar Gay Games New York 1994 krijgen. Dus ik ben ik zes jaar met de Gay Games bezig geweest, best een lang traject. Zes jaar ergens mee bezig zijn is goed en ondanks de negatieve dingen kijk ik er met plezier op terug. Meerdere keren per maand denk ik over iets van de Gay Games. Overal kom je mensen tegen die weer een link ermee hebben. Dat is ontzettend leuk.’
Pascal: ‘De zin die ik vaak tegen mensen zeg is: de Gay Games was het grootste evenement ooit in Amsterdam – nog steeds. Dat is mooi en goed en kunnen we claimen.’
Ruud: ‘Al die televisie-uitzendingen destijds heb ik op video opgenomen en later weer op dvd gezet, maar ja de dvd-speler staat ook ergens in een hoekje te verstoffen. Ook alle AmsterDam Nights werden op tv uitgezonden. Zullen we deze zomer een dag lang met zijn allen in een bioscoop al die beelden gaan terugkijken?’
Tekst loopt door onder afbeelding
Reactie van Movisie-expert Hanneke Felten:
‘Massa-events maken indruk! Dat beeld krijg ik als ik de ervaringen van Pascal en Ruud lees. Wat hebben zij iets moois neergezet!
‘Recenter bracht de Black Lives Matter-beweging vele mensen op de been: van Amsterdam tot Enschede. Ik merk ik mijn werk daar dagelijks de impact van. Ambtenaren van middelgrote en kleine gemeenten komen nu bij ons met vragen als: sinds de Black Lives Matter-beweging vind ik eigenlijk dat we iets met racisme moeten als gemeente maar hoe pak ik dat dan aan? Of zorginstellingen merken sinds de zichtbare demonstraties op dat racisme ook bij hen voorkomt en willen daar wat aan doen.
‘Zichtbare events waarin mensen uit minderheidsgroepen centraal staan, kunnen dus een enorm bewustzijn teweegbrengen bij mensen uit de meerderheidsgroepen. Dat zie ik ook terug in de wetenschappelijke literatuur. Studies laten zien dat de Paralympisch Spelen de houding van mensen zonder beperking naar mensen met een beperking kunnen verbeteren. Om discriminatie op grond van seksuele voorkeur, afkomst, huidskleur en beperking te verminderen hebben we dus niet alleen degelijke onderbouwde interventies als trainingen en goed doordacht beleid nodig, maar ook in het oog springende massa-events die het nieuws halen, die je bijblijven en die grote groepen kunnen ‘raken’. Dat hebben de Gay Games laten zien!’
Reactie van Movisie-expert Charlot Pierik:
‘Dit verhaal maakt in het groot zichtbaar wat we nu terugzien bij Regenboogsteden. Uit iets wat op het eerste oog symboolpolitiek lijkt, kun je veel méér halen. Ik herinner me een journalist die destijds op tv vroeg: “De Gay Games, moet dat nu?” Het antwoord was: “Nee het móet niet, maar het mág wel!” Met dat antwoord kan ik nog steeds veel in mijn werk. Dingen mógen gewoon, het hoeft niet te moeten.
‘Kijk eens welke impact dit event heeft gehad op veel mensen, via het Outreach programma, het culturele programma, maar ook op de ontwikkeling van lhbti+-sportclubs in Nederland. Ik herinner me de burgemeester die het grote podium (krijgt en) neemt en zich vol trots uitspreekt, de betrokkenheid van de Amsterdammers, en de grootse openings- en sluitingsceremonie in de fantastische Arena. Historisch! Welk een zichtbaarheid dit heeft opgeleverd!
‘Tegenwoordig vragen gemeenten of inwoners wel eens: “Helpt een Regenboogvlag aan het stadhuis op Coming-outdag? Is dat geen symboolpolitiek?” Mijn antwoord: “Als dat het enige is dat je doet in je gemeente aan lhbti+-beleid, dan helpt het vermoedelijk niet. Maar je kunt er van alles omheen bouwen, mensen uitnodigen voor een ontbijt en met elkaar in gesprek gaan en samen de vlag hijsen met de wethouder of burgemeester. Of ga als bestuurder naar alle meetings die dag met je Regenboogstropdas of -speldje op en geef dan elke keer aan dat het Coming-outdag is en dat je als Regenbooggemeente het belangrijk vindt om er te zijn voor al je inwoners.”
‘Op 4 maart 2023 was er wederom een historisch evenement in de Johan Cruijff Arena: voor het eerst mochten de Ajaxvrouwen in het ‘hoofdstadion’ spelen tegen Feyenoord. 32.000 kaarten zijn er verkocht! Ik wens dat ze net zo’n spectaculaire dag hebben gehad als de opening van de Gay Games in 1998!’
Vanwege de vakantie van Niels van Kleef was Charlot Pierik deze keer de expert van dienst. Waarvoor dank!
25 ervaringsverhalen over Gay Games Amsterdam 1998
Gay Games Amsterdam 1998 geldt wereldwijd nog steeds een van de grootste lhbti-evenementen ooit met ruim 3.000 vrijwilligers, ca. 15.000 deelnemers, en in totaal zo’n 250.000 bezoekers.
Paul van Yperen, destijds woordvoerder van Gay Games, zoekt zijn oud-collega’s, deelnemers en bezoekers op om hun verhalen over die mijlpaal vast te leggen en vraagt steeds aan twee jonge Movisie-experts, Hanneke Felten en Niels van Kleef, wat we nu van hun ervaringen kunnen leren. Bij elk verhaal vind je foto’s van toen van Marian Bakker en van nu van MacSiers Imaging.
Het verhaal van Ruud en Pascal verscheen eerder op 9 maart 2023 op Movisie.nl