‘Het is alle moeite waard geweest’

Deel dit bericht

Gay Games Amsterdam 1998 ging de geschiedenis in als een van de hoogtepunten van de Roze revolutie én als een financieel debacle. Maar in tegenstelling tot wat veel mensen denken, ging het evenement nooit failliet en bleek het tekort kleiner dan waarover in de media gespeculeerd werd.

Arthur van Schendel en Peter Tordoir, leden van het Gay Games bestuur vertellen over de dagen vlak voor en tijdens de Games en over de nasleep.

Coverfoto: Bericht in NRC, 2001

Iedereen schrok enorm

Peter: ‘Op de donderdag voor de Gay Games begonnen hoorde ik van de boekhouder dat er geen cash was om allerlei ondernemers, toeleveranciers en clubs die meewerkten te betalen. Ik heb meteen die avond een bestuursvergadering belegd samen met medebestuurslid Peter Segaar. Iedereen schrok enorm. De dag daarvoor stond opeens een bericht in het AD over een faillissement waarbij managing director Marc Janssens in het verleden betrokken was geweest, maar dat had er niets mee te maken.

‘We hebben hem toen opzij moeten zetten. Dat was een man die dat niet verdiende, maar het moest wel gebeuren. Ik vond het heel erg pijnlijk.’

Tekst loopt door onder afbeeldingen

Arthur: ‘De beide Peters spraken elke twee maanden met alle managers en de penningmeester. Bovendien hadden we in het voorjaar van 1998 de accountant nog een extra tussenrapport en sluitende prognose laten maken. Dus het kwam voor ons als een donderslag bij heldere hemel.

‘Die donderdagnacht heb ik Harry Groen, wethouder sport en financiën, gebeld en uitgelegd wat er aan de hand was. Hij heeft buitengewoon behendig gemanoeuvreerd door zich te realiseren dat we de boel gaande moesten houden. Dat regelde hij met Burgemeester en Wethouders en hij zorgde ervoor dat het bestuur in control bleef en dat een surseance pas na de Gay Games werd aangevraagd.

Dat stond voor ons als bestuur voorop, dat we onmiddellijk actie moesten ondernemen om het evenement door te laten gaan, terwijl de deelnemers vanuit de hele wereld al onderweg waren of al in Amsterdam waren gearriveerd. Ik weet nog dat ik die donderdagnacht bibberend thuiskwam. Ik realiseerde me dat iedereen in het bestuur een huis en een goede baan had en persoonlijk aansprakelijk kon worden gesteld bij een faillissement. Wat een ellende.’

Zo aardig

Peter: ‘Harry Groen verdient alle lof, samen met twee ambtenaren van de afdeling financiën, Jacob Schouten en het hoofd, Hans Moor. Die drie hebben de Gay Games gered. En ook burgemeester Patijn heeft een bijzondere rol gespeeld. Als er tijdens die week meteen surseance was aangevraagd, dan was geen enkele sport, geen enkel evenement meer doorgegaan. Dan was het tot een complete stand-still gekomen.

‘Ik werkte die week elke ochtend vanaf vijf uur zwetend in een zenuwcentrum op het stadhuis en sliep hooguit twee tot drie uur per nacht. Maar ik kreeg veel steun van de gemeente. Harry Groen wist dat ik aan het eind van de week onder hoogspanning stond en zei tegen Peter Segaar, Walter Ploos van Amstel en mij: “Kom, we gaan even naar buiten”. Er lag een gemeenteboot voor het stadhuis en daarmee zijn we toen door de grachten gaan varen. Hij vond dat we even moesten ontspannen. Dat was zo aardig van die man.’

Tekst loopt door onder afbeelding

Rechts: Arthur van Schendel, naast hem Peter Tordoir (foto Marian Bakker)

Geen schuldige

Peter: ‘In 2001, bijna drie jaar na dato, hebben we met de schuldeisers een overeenkomst bereikt. Voor mij was het een enorme opluchting. Ik was een beetje leidend in het oplossen van de surseance van betaling. De twee bewindvoerders deden helemaal niets. Zij hadden helemaal geen belang bij een oplossing, want dan konden zij rekeningen blijven sturen.

‘Uiteindelijk hebben zij bijna net zoveel rekeningen gestuurd als dat er verlies was. Op een bepaald moment heeft het bestuur persoonlijk alle crediteuren benaderd: “Als jullie van elke gulden schuld zeventig cent krijgen. Zijn jullie daar tevreden mee?”

‘En ja, dat waren ze. Toen zijn we met een contract met 200 handtekeningen van de crediteuren naar de bewindvoerders gegaan. Ze waren stomverbaasd. Daarmee zijn we drie jaar bezig geweest. Ik voelde dus opluchting, maar ook bitterheid dat het zo lang heeft geduurd.’

Arthur: ‘Uit het rapport dat de gemeenteraad zeer terecht had aangevraagd en waar wij als bestuur ook naar uitkeken bleek dat er geen schuldige aan te wijzen was. Het was een samenloop van omstandigheden. Maar dat werd pas drie jaar later bekend en haalde toen nauwelijks meer de kranten.

‘Uiteindelijk heeft de gemeente van dat overbruggingskrediet van vijf miljoen gulden twee miljoen bijgedragen, waarvan 800.000 voor de curatoren. De andere drie miljoen is gewoon in de gemeentekas teruggekomen. De schuldeisers hebben dus 70% teruggekregen en de kleine schuldeisers alles.

Trotse verhalen

Peter: ‘Die drie jaar dat we nog bezig zijn geweest om alle financiële ellende op te ruimen, wegen niet op tegen de trotse verhalen die ik terugkrijg. Dan denk ik: het is echt alle moeite waard geweest. Het blijft iedere keer weer een hoogtepunt als mensen me in het buitenland aanspreken over hoe goed die Gay Games in Amsterdam waren. En daarnaast de steun van de gemeente, met name van die drie eerdergenoemde heren. Dat waren alle drie hetero’s die pal achter het evenement stonden in de overtuiging dat dit in Amsterdam moest kunnen plaatsvinden.

Meer lezen?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *