‘Daar stonden we te collecteren voor de Gay Games in de Leidsestraat op Koninginnedag 1998. Het was afschuwelijk. Het hele land leek wel naar Amsterdam toegestroomd voor de vrijmarkt en we ervoeren agressie t.a.v. de Gay Games. En ook naar ons toe. Dat was erg schrikken’, vertellen Carla Molkenboer en Nel Bartlema, ‘want de sfeer in die tijd was: Amsterdam gaat het helemaal maken. We zijn toen verkast naar de Kerkstraat en daar ging het er aanmerkelijk vriendelijker aan toe.’
Ontroerd door dat besef
Nel: ‘En dat is ook gebeurd. De openingsceremonie was een groot feest. Zo internationaal. Ik werd me ervan bewust dat wij in Nederland in de frontlinies van de strijd voor vrijheid lopen. Ik voelde me vaak ontroerd door dat besef. De verbondenheid met die landen waarvan je één deelnemer zag lopen: wij hebben wat te doen met elkaar, we moeten elkaar vasthouden!
‘En ook het besef dat er door zoveel mensen vóór mij gestreden en gevochten is, kwam bij mij heel erg binnen.’
Carla: ‘Het was enorm bemoedigend, bevrijdend, ik voelde me zo krachtig met elkaar. Dat had ik niet kunnen bevroeden, dat het zoveel met je kan doen. Met z’n allen die Arena in lopen. De macht van het getal!’
Tekst loopt door onder de afbeelding
Een collectieve coming-out
‘We hadden ons opgegeven als vrijwilliger bij het tennis, maar we deden ook mee aan het toernooi. Dat betekende dat we ongeveer dag en nacht op de tennisbaan waren’, vertelt Carla. ‘Ik deed aan drie onderdelen mee en ik voelde me alsof ik alles aankon. Op een grote roze wolk zweefde ik door die week.
‘’s Avonds thuis keken we naar AT5. We hadden echt het gevoel van een collectieve coming out, wij mogen er zijn. Van heterovrienden hoorden we: wij zijn nu te gast in de roze wereld. De buitenwereld kwam bij ons binnen met sympathie en respect. Mensen op het werk, die daarvoor erin zaten, kwamen uit de kast, heel bijzonder.
‘Ook in de familie heeft het wat teweeggebracht. Het ging er nooit over dat we samen een stel waren, maar aan onze Gay Games-deelname moesten ze wel wennen. “Is dat nou wel nodig?” Het bracht discussie, soms leuk, soms niet.
‘Wat ook diepe indruk heeft gemaakt is de oecumenische dienst waar we bij waren. Dat het voor al die mensen in de kerk helemaal geen issue was. De vanzelfsprekendheid dat liefde er is.’
Tekst loopt door onder de afbeelding
We zijn nooit klaar
Nel: ‘1998 Amsterdam was een hele belangrijke boost voor de lhbti+-wereld. In onze vriendenkring is het een mijlpaal: we zijn erbij geweest, net zoiets als bij de val van de Muur. En dat verbindt en maakt krachtig. Het heeft mij vrijer gemaakt. We liepen nooit hand in hand over straat, maar toen kon het en is het gebleven. Persoonlijk voel ik me sindsdien meer betrokken bij onze gemeenschap, daar zet ik me ook meer voor in.’
Carla: ‘Voor iedere minderheidsgroep geldt dat er aandacht moet blijven, er is altijd die spanning met de rest van de maatschappij. We zijn nooit klaar. Die sfeer van toen zou ik nog wel eens willen meemaken, dat zou die hele genderontwikkeling van nu een boost geven: dat je mag zijn die je bent.’